Thuis

Thuis

Een monnik vertelde me ooit het volgende verhaal: “Er was een vrouw die naar het klooster belde om een retraite te boeken. De persoon die daarover ging was niet aanwezig. Ze belde de volgende dag terug. Opnieuw was deze persoon niet aanwezig. Ze verzuchtte dat het dus niet de bedoeling was dat ze de retraite zou volgen. De monnik die de telefoon had beantwoord zei: ‘Nee hoor, het betekent alleen dat hij er nu niet is.'”

“Morgen kom ik naar huis. Echt,” schreef ik. Ik vloog van Madeira naar Lissabon. Omdat deze vlucht vertraging had, miste ik mijn vlucht naar Eindhoven. Na mijn gehaast op het vliegveld van Lissabon zakte ik neer op een willekeurig stukje vliegveldvloer en accepteerde dat ik voorlopig nergens naartoe ging. Ik belde mijn mama, googlede vluchten en stuurde wat appjes. Een nieuw plan was gemaakt. Ik zou de volgende dag vliegen en een nacht op de bank van Evandro (een vriend van mijn moeder, die ik in Thailand nog gezien had) slapen.

Zoals met wel meer plannen, zou dit plan geen werkelijkheid worden. Na een nacht op een comfortabele bank en een dag door Lissabon zwerven, checkte ik de volgende dag nietsvermoedend mijn bagage in en ontving een boardingpass. Bij de hekjes waar je je boardingpass scant lieten de hekjes me niet door. De beveiligingsbeambte zei dat mijn vlucht geannuleerd was. Ik zeg hem dat het onmogelijk is, want ik heb nog geen twee minuten geleden mijn bagage ingecheckt. Hij houdt voet bij stuk en verwijst me naar een balie van Easyjet.

“Dus het is niet de bedoeling dat ik naar huis ga?” schiet er even door mijn hoofd heen. “Nee, het betekent alleen dat deze vlucht is geannuleerd,” herhaal ik het nuchtere antwoord van de monnik.

Ik loop naar het kantoortje van Easyjet. De arme man heeft nu een rij van 150 mensen voor zijn raampje. Twee dingen gebeuren die je vaak ziet gebeuren in dit soort “noodsituaties.” Er zijn mensen die boos worden en geïrriteerd (de man achter zijn balie) en er zijn mensen die naar elkaar toetrekken. Ik maak een praatje met een Braziliaanse die naar Lelystad gaat verhuizen en een Portugese die een vriend in Amsterdam gaat bezoeken. De geïrriteerde man verwijst iedereen naar een telefoonnummer om je vlucht te wijzigen. Ik hoor echter al van iemand dat daar niet opgenomen wordt. Via de app lukt het me om een vlucht voor de volgende dag en een hotelovernachting te boeken. Op kosten van Easyjet. Nu nog mijn bagage vinden. Ik ga naar “lost and found”. Daar ontmoet ik de Braziliaanse opnieuw. Ze is in gesprek met een vrouw. De vrouw begint overstuur te praten; haar moeder ligt op sterven en ze wil echt zo snel mogelijk naar Nederland. Ze lijkt opgelucht dat ze met mij in het Nederlands kan praten. Zij heeft in de app als enige optie gekregen dat ze twee dagen later kan vliegen. Dat is echt te laat voor haar. Ik knuffel en troost haar en neem het roer in handen. We gaan regelen dat ze op dezelfde vlucht terecht komt als ik. Intussen begeleidt iemand ons naar de bagageband waar onze tassen tevoorschijn moeten komen. Terwijl we wachten ben ik met de vrouw bezig te bellen met Easyjet in Engeland, een vlucht voor haar te boeken, creditcard gegevens op te lezen, opnieuw iemand aan zijn mouw te trekken om onze bagage op te sporen en aan het proberen in te checken voor mijn eigen vlucht. Na anderhalf uur begint de bagageband opnieuw te draaien en zie ik het kleurige touwtje dat vastzit aan mijn rugzak verschijnen. Ik maak een sprongetje: “joepie, mijn bagage!”


De vrouw in nood heeft inmiddels een naam: Hanneke. Samen gaan we naar een loket om ons in te checken voor de vlucht van de volgende dag (het is gelukt om ook voor haar een plek op dezelfde vlucht te bemachtigen) en nemen een taxi naar het hotel. Dit soort situaties zorgen ervoor dat je al snel je levensverhaal met elkaar deelt. Dus dat doen we terwijl we onze maaltijd, op kosten van de luchtvaartmaatschappij, nuttigen. De volgende dag vliegen we samen naar Nederland.

Gaat het echt gebeuren?
Yes!

In Nederland straalt het zonnetje me verwelkomend toe. Ik heb een gezellig praatje met mensen in de trein. Ongelovig staar ik uit het raam terwijl ik de enorme platheid van het land tot me door probeer te laten dringen. Mijn vader staat breed glimlachend op het station om me af te halen.

De dagen daarna zijn zwaar. Ik weiger mijn tas uit te pakken. Ik twijfel zelfs even als ik mijn jas opraap van de grond of ik deze wel aan de kapstok wil hangen. Iedere actie die onderstreept dat ik weer in mijn huis, in Nederland, ga wonen wil ik vermijden. Mijn jas aan de kapstok voelt zo definitief. Het is moeilijk om er met mensen hier over te praten. Het voelt alsof ik kritiek lever op een leven dat ze met alle plezier leven hier. Dat onderstreept enkel mijn gevoel van eenzaamheid. Ik bedenk dat ik een club ga oprichten voor mensen die na het reizen last hebben van de “coming-back-home-blues.” Als lid ben je gerechtigd om mensen te knijpen die iets verzuchten als: ‘jahaaa, dit is het echte leven.’ Knijpen is ook toegestaan bij mensen die beweren dat je aan het vluchten bent als je plannen maakt om weer naar het buitenland te vertrekken.

Onuitgepakte tas

Iedere dag voelt het ietsjepietsje meer oké om hier te zijn. Er komt iets van vertrouwen dat ik me hier gemiddeld kan gaan voelen. Met gemiddeld kan ik wel een tijdje leven. En intussen maak ik een masterplan om weer een leven te gaan leiden waarin ik me in iedere porie LEVEND voel. Ik was niet perse ieder moment van mijn reis gelukkig of verlicht. Maar ik voelde me wel levend. Het leven stroomde door mijn aderen, gevuld met blijdschap, angst, verdriet, vertrouwen, boosheid. Het avontuurlijke en onderzoekende deel in mij verlangt hiernaar.

Voor nu? Nu koop ik nieuwe plantjes voor in mijn vensterbank, ik werk aan mijn websites, doe oefeningen voor mijn enkel. Dat voelt prima gemiddeld. Daarnaast is er een hol gevoel. Veel dingen die ik doe voelen als een poging om een leegte op te vullen die niet op te vullen valt. Gelukkig zijn er mijn lieve ouders en vriendinnen. Als ik met hen ben is de holte even helemaal weg.

Terug in mijn Nederlandse leven
Naar huis

Naar huis

Ik vlieg naar huis. Ik heb mijn laatste nacht in een hotel in Ribeira Brava doorgebracht. Mijn huurauto staat voor de deur en over een uur rij ik daarmee naar het vliegveld. Vier en een halve maand reizen zitten erop. De afgelopen week zag ik heel erg op tegen weer naar huis gaan. Ik voelde me down en had horrorbeelden over hoe slecht het met me zal gaan als ik weer thuis ben. De horrorbeelden zijn niet compleet verdwenen, maar ik ben wel klaar om naar huis te gaan. Klaar om te voelen en ervaren hoe het is om mijn Nederlandse leven vorm te gaan geven. Ik wilde schrijven ‘oppakken’ in plaats van ‘vormgeven.’ Maar vormgeven is het juiste woord. Er veranderde al een boel aan mijn leven voor ik vertrok en, zoals een vriendin me zojuist appte, ik ben niet dezelfde persoon als de persoon die vertrok. Dus vertrek ik zo meteen met knikkende knieën en stel ik mezelf gerust door te googlen naar de beste plekken om te wonen als expat (want ik ben nog nooit op Cyprus geweest, dus dat is altijd nog een optie 😀 ). Ach, zolang ik maar door heb dat ik mezelf op een maffe manier aan het geruststellen ben is het allemaal prima.

Had ik al geschreven dat Ulli en ik ook een hele toffe vakantie hadden?
Waarbij we in een mandje de helling afscheurden
En als “richbitches” een paar nachten in een villa bivakkeerden (dankzij Ulli een goedkope deal!)
We prachtige wandelingen maakten
Met geweldige uitzichten

update: “en we gaan nog niet naar huis!” Zojuist mijn aansluitende vlucht in Lissabon gemist. Ik blijf dus nog een nachtje in Lissabon. Morgen kom ik naar huis. Echt.

Terugkeren

Terugkeren

Een 41-urige durende reis heeft me van Ko Phangan naar Madeira gebracht. Van Azie naar Europa. Van het ene eiland naar het andere eiland. Van de tropische warmte naar een lente-zonnetje. Van het midden in mijn reis zijn naar het einde van mijn reis. Nog een week en dan ben ik weer in Nederland. Ik ben me er de afgelopen weken bewust op beginnen voor te bereiden. Ik haal terug hoe mijn huis eruit ziet, hoe mijn week is vormgegeven, mijn werkplekken, de mensen thuis. Want ik weet wat het alleralleraller-moeilijkste voor me is aan reizen: thuiskomen. Ik denk terug aan mijn eerste lange reis (6 maanden Zuid Afrika) en hoe ik bij thuiskomst drie weken lang vooral huilend in bed heb doorgebracht. Ik heb bewust 3 weken open gelaten voordat ik weer vol begin te werken. Ik heb de mogelijkheid om drie weken grotendeels huilend in bed door te brengen. Of waar ik dan ook behoefte aan blijk te hebben.

Mensen vragen me of ik in het buitenland zou willen wonen. Ik verzucht dat ik nog steeds niet het land heb gevonden waar ik zou willen wonen. Ik speel het spelletje met mezelf om het aantal landen dat ik bezocht heb even hoog te houden als mijn leeftijd. Thailand was land nummer 40. Ik ben 39, dus behoorlijk op koers! Lachend zegt Ulli, mijn Berlijnse vriendin waarmee ik Madeira aan het verkennen ben, dat ik dan nog zo’n 150 landen heb om te bezoeken en kijken of ik daar zou willen wonen.

Gisteren sloeg de paniek toe. Ik werd wakker met hoofdpijn en daardoor gingen mijn gedachten in een stroomversnelling. Hoofdpijn betekent ziek zijn, ziek zijn betekent dat er iets niet helemaal oke is, als ik nu al ziek ben op een vakantie dan zal het wel helemaal zwaar worden als ik dadelijk weer thuis ben, dus ik moet echt mijn leven thuis anders inrichten, en… Voor ik het weet ben ik vacatures aan het googlen. Het ultieme teken dat ik aan het panieken ben. Want mijn oplossing voor je niet als een vis in het water voelen, is het zoeken naar een andere baan. Dat heeft gezorgd voor een indrukwekkende en afwisselende CV, maar ook dat ik altijd nieuwe vaardigheden aan het leren ben en me daardoor nooit compleet competent voel. Een tijdje terug stelde ik mezelf het doel om dat jaar niet van baan te veranderen. Gewoon om wat rust te creëren en om te mogen voelen dat ik ergens goed in ben. Voor nu probeer ik mijn paniekerige zelf te kalmeren door te zeggen dat ik het stap voor stap ga doen. En vacature websites zijn voorlopig verboden.

Madeira is een prachtig eiland. Ulli en ik rijden rond in onze huurauto over steile bergweggetjes en door de eindeloze hoeveelheid tunnels op het eiland. We wandelen door laurierbossen en over de kale bergachtige vlakte. We hebben lange gesprekken over het leven. En we hebben onze eerste echte ruzie. Ulli en ik kennen elkaar al 17 jaar (we werkten samen in Zuid Afrika), maar zijn nog nooit zo lang aaneengesloten met elkaar op pad geweest. Het was een mooie en intense dag geweest. We waren moe van onze hike en de weg naar de nieuwe airbnb was lang, steil en bochtig. Ulli deed haar best zo goed mogelijk te navigeren en ik deed mijn best geen krasjes te maken op de gloednieuwe huurauto. Even later stonden we in de parkeergarage van de supermarkt te bekvechten. Super moe van de dag. Nog even later gaven we elkaar een knuffel en een high five. Onze eerste ruzie!

Ik merk hoe het leven hier op Madeira al sneller en voller is dan in Thailand. Ik was geen hele grote fan van Ko Phangan. Ik hoor duidelijk niet in de categorie van mensen die er op vakantie gaan en 6 jaar later nog steeds zijn omdat ze verliefd zijn geworden op het eiland. Maar nu mis ik het. Ik mis de relaxtheid. Ik mis het eten. Ik mis dat ik op straat mensen tegenkom die ik ken. Misschien mis ik zelfs de plakkerige hitte.

Laatste ochtend in Thailand
‘Zelluf doen!’

‘Zelluf doen!’

… was een favoriet zinnetje van mij als kind. Het onderstreept mijn nood aan zelfstandigheid en heeft wellicht ondersteund in mijn opvattingen over dat bepaalde dingen op een bepaalde manier moeten gebeuren. Als het niet klopt met mijn visie, met de manier waarop ik voel dat het juist is, ben ik weg.

Deze keer ook. Ik heb het gesprek met de eigenaresse van de yoga-school en de twee leraren. Ik steek van wal. Ik ben vriendelijk, maar ongelofelijk confronterend. Ik vertel dat een pdf voorlezen geen lesgeven is. Ik geef aan dat ik dan voor een online training zou hebben gekozen. Dat het de taak van de leraren is om een sfeer te zetten, dat de studenten zich geïntimideerd voelen en dat dit bij de leraren ligt. Ik kijk de Fransman aan en zeg dat hij intimiderend is (ik licht toe wat hij precies doet). Ik laat mijn bevende hand zien om te demonstreren dat ik het super eng vind om dit allemaal te zeggen. Ik zeg dat we met 7 volwassen studenten zijn, waarvan er 6 een 200 of 300-urige yoga teacher training hebben gedaan. Dat het dus van belang is om af te stemmen waar de behoefte ligt van de mensen; wat weten ze, wat willen ze leren. Ik vertel ze dat ze dat niet doen, er ligt een schat aan kennis in de groep en die gebruiken ze niet, daar stemmen ze niet op af. Er blijft een geladen stilte hangen in de ruimte na deze woorden. Ik vertel dat ik de volgende dag een les moet geven, dat ik behoorlijk zelfverzekerd was over mijn hatha-yoga les in de vorige opleiding, maar dat ik bij Yin geen idee heb hoe ik aanwijzingen (‘cues’) moet geven. Dat hebben we namelijk niet geleerd. Ik vertel hoe ik youtube filmpjes kijk om dit te leren (op dit moment trekken ze wit weg, deze opmerking blijkt een schot in de roos). Er volgt een moment van paniek-voetbal. De leraren zeggen dat ze naar het rooster zullen kijken om een workshop over ‘aanwijzingen geven’ te zullen doen. En ze zullen mijn examen-les verder naar achter schuiven.

Ik heb eigenlijk al besloten dat ik niet verder ga. Ik ben te geïrriteerd, ik kan niet meer ontspannen in de Yin lessen gegeven door deze leraren. Ik zeg dat ik het nog even laat sudderen en over een uur met de eigenaresse kom praten. Ze zet me nog even onder druk door te zeggen dat het toch wel heel fijn voor me zou zijn als ik het certificaat zou hebben. Ik heb al bedacht dat ik ga vragen om een certificaat voor de uren die ik WEL heb gevolgd, maar dat deel ik nog even niet. Ik doe het stap voor stap en rustig aan.

Nu ik het pad heb vrijgemaakt, ziet Tania ook haar kans. Ze heeft een gesprek met de eigenaresse om haar beklag te doen. Opgelucht staat ze even later voor mijn deur. Als uitgelaten honden maken we een plan; we gaan fietsen huren en yogalessen in de omgeving volgen. Binnen een uur hebben we fietsen en heb ik een overzichtje gemaakt van wanneer er waar toffe yoga-lessen zijn. We gaan het zelf doen.

Er volgen dagen met super intense Iyengar-yoga lessen van een Duitse drillmaster, Yin-yoga lessen die ik stiekem opneem omdat de ‘cueing’ zo goed is en op onze fietsjes naar leuke restaurantjes gaan. Daar doorheen geweven is er gedoe met de eigenaresse die belooft had een refund te geven, maar wel heel laag inzet, Tania die bijna uit haar kamer op het yogacentrum gezet wordt (ik verblijf niet op het terrein zelf, maar ergens anders, dus ik ben veilig). We delen deze achtbaan aan emoties; van frustratie naar genieten, van verslagenheid naar uitgelatenheid.

Iyengar clubje (ik heb wat mensen van de vorige training hier naartoe meegesleurd)
Avond yinyoga sessie met life piano muziek
Tania heeft een nieuwe yogastijl gevonden die haar beter bevalt 😉
En heel veel yummie eten
Uit eten met de yin studenten ter afscheid

Morgen verlaat ik het eiland. Ik heb een enorm lange reis voor de boeg die me uiteindelijk naar Madeira zal brengen (na 36 uur reizen).

Owww, ik vergeet nog een heel gaaf nieuwtje. Ik zag de hoofdlerares van mijn eerste yoga teacher training. We waren aan het kletsen en ze vroeg me of ik volgend jaar in het team van leraren wil zitten dat lesgeeft aan de studenten van de Yoga Teacher Training waar zij weer hoofdlerares zal zijn, hier op Ko Phangan. We weten allebei niet hoe het leven zal lopen, maar beloven elkaar contact te houden om te zien of dit inderdaad in de sterren staat.

Geslaagd! … & weer verder

Geslaagd! … & weer verder

“I didnt expect to be standing here feeling confident to start teaching, but I do. So, thank you for that!” was de spontane speech die uit mijn mond rolde nadat ik mijn yoga lerares -diploma in ontvangst had genomen. Het is waar. Ik dacht dat ik gewoon een boel meer over yoga zou weten (dat doe ik) en dat is dat. Maar ik voel me redelijk zelfverzekerd om ook daadwerkelijk les te gaan geven. Ideeën over hoe en wat het yoga lesgeven vorm te gaan geven spelen door mijn hoofd. (En natuurlijk heb ik ook een lijstje van vervolgopleidingen in mijn hoofd…)

Diploma uitreiking

“Are you on your phone?” Ik ben bij mijn volgende yoga-opleiding. Na vier weken intense hatha-vinyasa opleiding, start ik de dag daarna een 2 weekse Yin yoga opleiding niet ver weg van het yogacentrum waar ik eerst was. De vraag komt van de anatomieleraar. Nou ja, ‘leraar’… We hebben twee uur anatomieles per dag. Ik zag er echt naar uit. Meer weten over het lichaam en specifiek over het lichaam in yin yoga, tof! Maar nu blijkt dat onze leraar ‘lesgeeft’ door zijn pdf document op een groot scherm te projecteren en voor te lezen. Twee uur lang. Zonder pauze.

Ik heb al door dat ik de meest mondige van de klas zal moeten zijn. Want achteraf zeggen mensen schoorvoetend dat ze misschien een beetje moeite hadden met focussen en misschien ook wel nodig naar de wc moesten. Dus ben ik degene die de volgende dag vraagt of we halverwege een benen-strek en plaspauze kunnen doen. Ja, dat moet ik vragen aan de leraar die declameert dat het heel belangrijk is om iedere 15 minuten te bewegen, maar wel verwacht dat we 2 uur lang stilzitten om naar hem te luisteren. Prima, 5 minuten pauze, zegt hij. Dus na het eerste uur zegt hij: ‘Het is nu 11:22, iedereen terug om 11:27.’ BAM, we krijgen pauze maar wel met de zweep erover.

Een dag later geeft hij info over de stand van de schouders in ‘plank’ (een yoga-houding, die je overigens niet in Yin gebruikt, maar in ieder geval linkt hij iets van zijn droge verhaal aan yoga). Het is echter het tegenovergestelde van wat ik net op mijn andere opleiding heb geleerd. En ik heb zojuist geleerd dat de meeste blessures in yoga komen als je precies dat (herhaaldelijk) verkeerd doet. Dus vertel ik wat ik net heb geleerd. Hij: ‘Ja, maar dat is te ingewikkeld om uit te leggen aan studenten, dus dat doe ik nooit. En dan moet je ook je buikspieren aanspannen.’ Ik: ‘In plank heb je toch sowieso aanspanning in je buik?’ Hij negeert me en gaat verder met zijn verhaal. Hij heeft zijn krediet bij me verspeelt. Iets onjuist aanleren aan mensen die leraren gaan zijn, omdat het andere te ‘ingewikkeld’ is?! Daarmee een bubs aan leraren de wereld inzetten die allemaal het verkeerde gaan leren aan al hun studenten met de gevolgen van dien. Stoom komt uit mijn neus en oren.

Ik probeer hard om hem het voordeel van de twijfel te geven. Ik probeer te blijven opletten en mezelf te vertellen dat deze droge info, waarbij hij geen enkele link legt naar yin-yoga, wellicht toch nog op de een of andere manier bruikbaar is. En ik vertel mezelf dat het geen toffe eigenschap is om mensen zo af te schrijven omdat ze niet mijn behoefte vervullen.

Praktijkles (van de andere docent)

Terug naar het begin van mijn verhaal. “Are you on your phone?” vraagt hij me. Ik gebruik inderdaad mijn telefoon. Ik zoek plaatjes op van de dingen waar hij het over heeft zodat ik naast zijn droge voorlezen ook visuele input heb. Ik probeer deze lessen nog enigszins nuttig te maken voor mezelf. Ik vertaal woorden naar het Nederlands zodat ik ook in het Nederlands weet waar het over gaat. Dus vertel ik hem een gedeelte van de waarheid. ‘Yes, I am translating words I dont know.’ Zijn antwoord? ‘You can also ask me.’ Wow. Hij probeert me echt op mijn plek te zetten. Dus zeg ik: ‘Sure, but I dont think you speak Dutch.’ De klas lacht.

De rest van de dag maakt de groep grapjes over dat incident. Het lijkt alsof het iets geopend heeft in de groep. Want over het algemeen is het een makke groep waar geen boe of bah uitkomt. Het lijkt alsof iedereen alles maar prima vindt. Gelukkig vind ik een partner in crime. Ik heb al een paar keer met mijn ogen gerold naar haar en een gezicht getrokken. Ik heb zo’n gevoel dat ze eenzelfde gevoel heeft als ik.

In een onbewaakt moment (want we hebben een vol programma waarbij er dus altijd een leraar in de buurt is en ik kan niet inschatten hoe de rest van de groep zich voelt) spreken we elkaar zonder mensen die ons kunnen afluisteren. En ja hoor, Tania voelt zich hetzelfde. Sterker nog, ze doet me beseffen hoe erg het eigenlijk is. ‘This is how you would teach in the 80’s! How can someone possibly be teaching like this?! This uptight French guy!’ Ik hoef van mezelf niet langer mijn best te doen om al zijn goede kanten te benadrukken, ik mag hem gewoon een slechte leraar vinden.

In de pauze lees ik een stuk in Paul Grilley’s boek, hij is een van de grondleggers van Yin yoga. In dat uur leer ik meer dan ik de hele afgelopen week heb geleerd.

Dan komt het moment: ik heb het helemaal gehad. Ik moet weg. Tania en ik hadden plannen gemaakt om op zaterdagavond eens ergens anders dan in het yogacentrum ons avondeten te eten. Het is vrijdagavond. Maar ik kijk haar aan en ik zeg: ‘Ik moet hier weg. Nu.’ Ze schiet in de actie: ‘Ik kleed me om en we gaan.’ Zodra we onderweg zijn, begin ik stomend aan een waterval van klachten. Ze valt me bij en zegt ook: ‘We moeten elkaar niet teveel opjutten, dan maken we het erger.’ Ik zeg dat we een half uur mogen stomen en het dan over andere dingen gaan hebben. Dat doen we. We hebben een heerlijke avond waarbij we regelmatig refereren aan hoe bizar deze opleiding is. Halverwege onze maaltijd besluiten we dat het tijd is voor alcohol. Over het algemeen drink ik niet, al jaren niet. Maar sommige gelegenheden zijn een perfect moment voor een cocktail. Dus zoeken we een strandbar op en drink ik mijn jaarlijkse mojito (oke, oke, ik geloof dat ik dit jaar mijn jaarlijkse cocktail al gedronken had) in een strandstoel met mijn blote voeten in het zand. Tania heeft de smaak te pakken en zegt dat we voortaan iedere avond cocktails gaan drinken. We zullen zien.

We hebben onze laatste anatomieles (ik ben benieuwd wat voor les deze leraar volgende week gaat geven en of het net zo erg gaat zijn). Het is een vraag en antwoord sessie. En ik ben van plan om daar een feedback moment van te maken. Even wat moed bij elkaar schrapen!

Ik open de sessie met de woorden dat ik geen vraag heb, maar dat ik graag iets wil delen. Ik wil delen dat ik erg teleurgesteld ben. Ik heb uitgekeken naar de anatomie lessen, ik wilde graag leren, maar ik kom hier om over Yin yoga te leren, niet om algemene anatomieles te krijgen. Ik had erg graag de algemene info thuis bestudeerd zodat we hier interactief bezig konden zijn met Yin. Het voelt alsof ik mijn tijd aan het verdoen ben. Ik heb meer geleerd over fascia door Paul Grilleys boek te lezen dan 2 uur lang naar zijn uitleg over fascia te luisteren. En dat frustreert me.

Dank voor je open feedback, is zijn reactie. Ik moet ‘m nageven dat hij zich behoorlijk houdt na deze, toch wel scherpe, woorden van mij. Hij vraagt of de rest van de klas zich ook zo voelt. Het blijft stil. En het blijft nog langer stil. Ik boor mijn blik in de rug van Tania. Ze zou me bijvallen, had ze gezegd. Ze deelt dat ze het vervelend vindt als hij veel sanskriet namen gebruikt omdat ze het dan niet kan volgen. Pfff. Nou, dat was niet bepaald bijvallen Tania. Ik ken haar lijst van klachten, ergernissen en verbeterpunten. Maar ze deelt er enkel een detail van. De leraar kijkt de groep rond. Iemand anders? Het blijft doodstil.

Wow. Deze hele groep vindt het oke dat de meester alleen van het scherm voorleest en een week lang niet over Yin yoga praat en praat over zijn ‘personal training’ cliënten en hoe hij hun traint bij blessures. Dat valt me tegen.

Na de les komt hij naar me toe, zegt dat hij het begrijpt, maar dat hij zich moet aanpassen aan het niveau van de groep dus bij het begin moet beginnen. Ik ga hier inhoudelijk maar geen discussie over aan (hoe weet hij het niveau van de groep, er is 0 interactie!), maar geef aan dat als het het geval is dat hij basis anatomieles gaat geven, dat dit duidelijk op de website vermeld moet staan. Dan moet er niet staan dat het een opleiding is voor gekwalificeerde yoga-docenten. Hij zal me wel wat extra materiaal geven, zegt hij. Hij doet zijn best om het goed te maken.

De vrije zondag met tania: samen studeren en lekker eten

Ik heb dubbele gevoelens over mijn eigen les die ik komende week zal gaan geven. De recalcitrante leerling in mij wil haar best niet doen voor deze leraren. En dan is er een deel in mij dat zegt: ‘Je doet dit niet voor hun, je doet het voor jezelf.’

Het thema voor mijn les komt spontaan in me omhoog borrelen, net zoals dat gebeurde bij mijn les over rouw en verlies. De komende les zal gaan over ‘Body Love.’ Na jarenlang veel ziek te zijn geweest en me vooral zorgen te hebben gemaakt over mijn lichaam, breekt er nu een periode aan waarin ik graag wil genieten van mijn lichaam. De nadruk leggen op wat mijn lichaam allemaal kan en doet en daarvan genieten. Dus daar zal mijn les over gaan.

Een paar dagen later. Het uitspreken van wat me dwars zit blijkt nog niet tot een einde te zijn gekomen. We hebben een les waarin de Fransman (ik kan hem niet eens meer ‘leraar’ noemen) een uur lang (letterlijk een uur lang) 14 verschillende plaatjes laat zien van de 14 verschillende meridianen en per plaatje vertelt waar de meridiaan loopt. Ik kijk rond. Iedereen is aan het vechten tegen de slaap. Ik vraag me serieus af wat hij denkt te bereiken. Het is niet dat we door deze monoloog aan het einde van de les weten waar al deze meridianen lopen. Mijn hoofd bedenkt manieren waarop ik deze les zou geven. Ik zie een spel voor me waarbij we in tweetallen met schilderstape op elkaars lichaam een meridiaan plakken. Dan weet je aan het einde van de les in ieder geval 1 en wellicht 2 meridianen.

Aan het einde van deze les komt de eigenaresse van het yogacentrum binnen. Ze is weinig aanwezig geweest omdat haar man erg ziek was. Ze komt om te vragen of er zaken zijn die niet lekker lopen. Iets met een lamp en muggen in de kamer wordt er gedeeld, maar verder blijft het stil. Ik zeg tegen de eigenaresse dat ik graag iets met haar wil delen, maar prive. Ik zie het gezicht van de Fransman compleet wit wegtrekken.

Even later vertel ik de eigenaresse dat me twee dingen dwars zitten: de kwaliteit van de training en de inhoud. Ik leg uit waarom. Ze vraagt me wat ze kan doen; wil ik stoppen? Kan er iets aangepast worden? Eigenlijk is er niks dat ze kan doen. Ik zie dat deze leraren hun best doen en aan hun max zitten, dus er is eigenlijk niks te doen. We besluiten tot een vervolggesprek, met beiden leraren erbij. Pfff… blijkbaar ga ik deze keer nog niet een klein beetje mijn mond dichthouden. Ik word uitgedaagd niet meer mijn mond dicht te houden.

Een groepslid bedankt me dat ik dit aan het doen ben. Ze geeft aan dat ze deze training niet kan vergelijken, dus dat ze niet goed weet wat ‘normaal’ is, maar dat ze zich heel geïntimideerd voelde toen de fransman vroeg of er anderen waren die hetzelfde vonden als ik. Ze bedankt me dat ik mijn mond open trek en zegt dat ze me daarom bewonderd.

Vandaag vroeg ik of ik de airco uit mocht doen (iedereen zat te bibberen) en een paar mensen zuchten van opluchting en mijn buurvrouw verzucht uit de grond van haar hart ‘oh, dankjewel!’ GRRR. ‘Waarom vraag je het dan zelf niet?’ vraag ik haar. Haar fluisterende antwoord versta ik niet. Blijkbaar heb ik de rol van spreekster voor behoeften en noden gekregen en op me genomen in deze groep…

Morgenochtend is het gesprek met leraren en eigenaresse… To be continued!

Yogales geven (reconstructie)

Yogales geven (reconstructie)

(Omdat mijn website gehacked was, verdween de originele post, hierbij een reconstructie)

Vorige week gaf ik voor de eerste keer yogales. De afgelopen periode kregen we uitleg over de opbouw van een les en gingen we aan de slag met onze eigen les vorm te geven. 

Ik maak een “easy on the feet” yogales. Veel houdingen dicht bij de grond en niks belastends voor, bijvoorbeeld (ik zeg maar iets) verzwikte enkels. Inmiddels ben ik pro in hoe je je enkel kunt ontlasten in een yogales. Ik ben zenuwachtig de avond voor mijn les. Cristiaan is degene die mijn les zal evalueren. In de afgelopen weken heeft hij ons een aantal keer les gegeven en ik heb inmiddels enorme bewondering voor deze kalme wijze man. Is hij de reden dat ik deze zenuwen voel? Omdat ik het graag goed wil doen voor hem? Nee, merk ik op. Dat is het niet. Als ik er iets langer bij stil sta, kom ik erachter dat ik bang ben voor mijn eigen zelfkritiek achteraf. Die realisatie doet me als vanzelf ontspannen.  Want daar heb ik invloed op. Dus begin ik vrij relaxed aan mijn les.

Mijn les gaat prima. Ik maak grapjes en voel me op mijn gemak. Van mijn medestudenten krijg ik terug dat ze niet zouden hebben geweten dat dit mijn eerst gegeven yogales was. Cristiaan geeft me wat tips en complimenten en vertelt tegelijk over de ontwikkelingen in de yogawereld en waarom hij daardoor bepaalde keuzes maakt in zijn eigen lessen. Hij zegt letterlijk: ‘This was an excellent excellent class. If you would do the exact same thing on your final, you have nothing to worry about.’ Ik ben blij dat mijn perfectionistisch geest deze woorden heeft kunnen horen en bewust heeft opgeslagen. In mijn hoofd ging er een stem: ‘Hoor dit! Onthoud dit!!’ (Dank aan Igor en Ulli die me dit hebben geleerd. Ik kan het nu horen.)

Na de les begin ik na te denken over mijn volgende les, de les die meetelt voor het examen. In principe kan ik precies dezelfde les nog een keer geven. Ik hoef alleen wat extra houdingen toe te voegen in van de 1 uur durende les een 1,5 uur durende les te maken. Ik begin dit uit te werken maar merk dat ik steeds meer tegenzin heb om les te geven. Ik laat het even rusten.

Na het volgen van de lessen van al mijn medestudenten (ik was 1 van de eersten) en al hun verschillende stijlen te zien, vraag ik me af hoe mijn les eruit zou zien als ik hem compleet helemaal mij, helemaal Lilith zou maken. Ik laat deze vraag even in me borrelen. Ineens is het antwoord daar. Ik zou een les rondom rouw en verlies geven. Want dat is mijn thema op het moment. Ik voel de energie weer door me heen stromen. In de daarop volgende theorieles zit iedereen wat versuft voor zich uit te staren. Het is week 3 en we zijn allemaal moe. We zijn allemaal wel klaar met al dat ge-yoga en toe aan iets anders. Behalve ik. Want mijn idee heeft me energie gegeven. Ik stel de ene na de ander vraag in de les terwijl de rest wat zombie- achtig voor zich uit blijft staren.

Even later realiseer ik dat dit idee ook betekent dat ik mezelf een boel werk geef.  We hebben dan weliswaar geleerd hoe je een reguliere yogales in elkaar zet, maar trauma gerelateerde yogatherapie is een ander verhaal. Ik lach om mezelf en mijn idee. Ach, dit is nou eenmaal zoals ik het doe. 

Dus besteed ik mijn enige vrije dag aan onderzoek. Ik lees en bekijk filmpje over yoga bij rouw. Ik onderzoek en leer. Langzaam veranderen mijn aantekeningen in de opzet voor een les.  De zenuwen nemen ook toe. Hoe meer ik weet, hoe meer ik besef dat het spannend en hoog gegrepen is. Maar, no way back.

Les in de maak

Terwijl de zenuwen door me heen razen (en ik die ochtend zo’n 6 keer naar de wc ben geweest) begin ik mijn les. Het is een prachtige les. We huilen, we stampen, we voelen. We bewegen zacht, we bewegen sterk. We bewegen door onze kracht en onze pijn. De tissues blijven de kring rond gaan.

Aan het einde van de les krijg ik van iedereen terug dat het een ‘perfecte les’ was. Een medestudent komt na de les naar me toe en vertelt dat ze al 2 jaar lang spanning in haar gezicht heeft en (waarschijnlijk) daardoor niet kan proeven. Aan het einde van mijn les voelde ze iets veranderen in de spanning in haar gezicht.  Wauw.

Boze yogajuf

Boze yogajuf

“Lilith, hoe is het eigenlijk met je enkel?” zul je je misschien afvragen. Redelijk, is het korte antwoord. Het lange antwoord is inclusief boze yoga-juf.

De eerste dagen van de opleiding is het voor mij experimenteren met wat mijn enkel wel en niet tof vindt. Optimistisch denk ik dat ik best wat balanshoudingen kan doen: ‘dat is trainen.’ Maar na dag twee realiseer ik dat dit wat te hoog gegrepen is. Mijn enkel zwelt weer op. Geen balanshoudingen voor mij. Ik heb onwijs veel geluk dat een mede-studente osteopaat is. Ze werkt een 10tal minuten op mijn enkel waarna ik een vrijheid in mijn enkel voel die ik al geen maanden meer heb gevoeld. Wauw. Een paar dagen later geeft ze me op het strand een langere behandeling waarbij ze werkt op mijn hele lijf en onder andere mijn heup losmaakt. Want als je een losgemaakte enkel hebt, maar je heup zit nog vast heeft het weinig effect. Ik voel me heerlijk hierna en wil eigenlijk helemaal niks meer doen. Niet meer lopen, niet meer met gekruiste benen zitten, niks dat belastend is. Alles om dit lekkere vrije gevoel vast te houden. Maar goed, dat is niet echt een mogelijkheid.

We hebben les van yoga-juf L. Ze is het soort juf dat in de ban is van de “traditionele yoga”. De rest is geen yoga voor haar. (Alhoewel we een hele discussie kunnen hebben over wat nu eigenlijk traditionele yoga is, weet ik van onze geschiedenislessen, maar goed). Ze is een vat van kennis over mantra’s, kriya’s (het ritueel reinigen van het lichaam door bijvoorbeeld urine door je neusgaten te laten lopen…yup) en Indiase yoga-tradities. Hier vertelt ze in de theorielessen vol passie over. Deze les geeft ze yoga. We doen een houding waarbij ik aan het zoeken ben naar een variatie die ook oké is voor mijn enkel. Ik probeer wat met een kussen als ondersteuning, maar ben net de handdoek in de ring aan het gooien als ze langs mijn mat loopt. Want ik weet even niet wat ik kan doen om deze houding oké te maken voor mijn enkel. Als ik aangeef dat het me niet lukt vanwege mijn enkel, zegt ze: “Do something, never do nothing.” Owkee, tsja, dat probeerde ik. Een paar minuten later herhaalt ze dit nogmaals klassikaal: “Never do nothing.” Ik vergeet het hele incident eigenlijk alweer, totdat… (Even geduld, er volgt een intermezzo met wat achtergrondinformatie en dan pik ik dit verhaal weer op.)

Samen met Nana heb ik gekeken naar houdingen die ik kan doen terwijl de rest aan het balanceren is. Nana geeft me wat grondende houdingen, dat balanceert mijn neiging om in mijn hoofd te zitten. Ik zou het liefste met de groep mee aan het balanceren zijn, maar ben ook blij dat ik blijf luisteren naar wat mijn lijf nodig heeft. Ik weet dat ik gepusht heb omdat ik zo graag de Shvil wilde lopen, dus zoek ik nu meer en meer naar de zachtheid. En dat terwijl ik me heel erg besef hoe erg ik mijn best aan het doen ben zodat de juffen en meesters zien dat ik een goede leerling ben. Ik begin te spelen met minder mijn best doen, goed genoeg zijn en doen wat ik voel in plaats van doen wat er gezegd wordt. Gelukkig zit ik met Nana daarin helemaal op 1 lijn en voel ik me gesteund in dat pad.

Nog 1 ding dat je moet weten: mijn yoga-mat ligt op de achterste rij in de hoek van de klas.
Oké, nog een allerlaatste ding: De ochtend van het moment waar dit hele verhaal naar toe aan het opbouwen is, heb ik tijdens de meditatie tegen mezelf de affirmatie “ik ben genoeg, ik doe genoeg” herhaald.

We zijn zover. Dit is het moment dat ik mijn verhaal verder oppak. Jullie hebben nu alle achtergrondinfo.

We hebben wederom yoga-les van juf L. We beginnen aan het gedeelte van de les waarin we balanshoudingen doen. Ik start met de alternatieve houdingen die ik van Nana heb gekregen. L. komt naar me toe gelopen. Ik vertel haar dat ik geen balanshoudingen kan doen (ik heb haar al verteld over mijn blessure, maar ik leg het nog maar eens uit). Ze reageert met dat ze haar enkel 8 keer heeft verzwikt en dat je er gewoon doorheen moet gaan. En ze loopt weg. Even later komt ze terug: “Why are you not paying attention?!” Wow. Die raakt me hard. Daar zit ik dan in mijn aangepaste houding, aan het zorgen voor mijn lijf en daar oké mee te zijn. En dan is daar de juf waar ik het zo graag goed voor wil doen die op de een of andere manier de conclusie heeft getrokken dat ik niet aan het opletten ben. Dringend fluistert ze me toe dat ik in ieder geval de balanshouding op mijn linkerenkel kan doen. Ik vertel haar dat ik al zoveel compenseer met mijn linkerenkel, dat ik deze niet nog meer wil belasten (en overigens leren we van Nana dat je niet een houding maar aan 1 kant moet doen, maar goed, zoveel leraren, zoveel visies). Voordat ik uitgesproken ben, beent ze al weer weg om de groep toe te spreken.

Ik ben onwijs getriggerd. Het kleine meisje in mij dat het zo graag goed wil doen. De krijger in mij die zo hard aan het werken is. En de juf die me op mijn vingers tikt. De volgende houding stromen de tranen me over de wangen. Ik verlaat de les om in een wc-hokje eens flink te huilen. Ik ben te overstuur om nog terug te gaan naar de les dus pak ik een kop thee en ga in het restaurant zitten. Intussen moet ik wel lachen om de bizarre samenloop dit alles. Ik, bezig met me oké te proberen voelen met gas terugnemen en voelen dat ik genoeg ben, genoeg doe. En dan de situatie die me uitdaagt: “kun je dat echt doorvoelen Lilith?”

Even later spreek ik de coördinator en ze vertelt me dat L een berichtje in de docenten groepsapp heeft geschreven waar ze zegt dat ik zonder iets te zeggen de les uit ben gelopen. Ik vertel de coördinator wat er is gebeurd, waarop zij reageert dat ze een berichtje terug zal sturen dat L. nog geen conclusies moet trekken. Dit doet me vermoeden dat er meer in het berichtje van L. staat dan de coördinator met me deelt. Een uur later komt Nana naar me toe en geeft me een dikke knuffel. Nana is duidelijk ook op de hoogte van het voorval. Ik vraag haar of ze wil weten wat er gebeurd is. “Nee, dat weet ik eigenlijk al wel. Zeg maar gewoon tegen haar dat ze je variaties moet geven en ga er verder maar niet te diep met haar op in. L had een heel verhaal over jou daar ver weggestopt in de hoek van de zaal en nanadie nanada. En dan zeggen dat jij niet oplet. Dat kan ze over iedereen in de klas zeggen, maar niet over jou!” Dat moment besef ik dat L hele verhalen over mij heeft gemaakt en dat ze om de een of andere reden mij niet kan luchten. Het moment van een paar dagen geleden (“Never do nothing!”) komt bij me op. Aha. Ze vindt me echt niet tof. Nu maar hopen dat zij niet degene is die mijn eindexamen zal beoordelen…

We hebben anatomie lessen van een onwijs kundige vrouw. Ze kan de anatomie super concreet maken en koppelen aan yoga en uitleggen wat veel voorkomende blessures zijn in yoga en hoe deze te voorkomen. Ze kijkt naar ons terwijl we 1 voor 1 een aantal blessure-gevoelige houdingen laten zien aan haar (de houding op zich zorgt niet voor blessures, maar aangezien je deze houding zoooo vaak doet, zorgt het voor blessures als je het verkeerd doet). Ze corrigeert en geeft tips. Verder beveelt ze een man aan mocht je ergens een pijntje hebben: “He can sort you out.” Dat laat ik me geen twee keer zeggen, dus ik maak samen met Etienne (die ook een pijntje heeft), een afspraak.

De man stuurt een foto van een tekeningetje en wat foto’s van huisjes. Dit zijn onze aanwijzingen om hem te vinden. We rijden wat rond op de scooter voordat we de plek kunnen vinden en komen aan bij een huisje met een patio. Om de patio hangen doeken zodat er iets van privacy ontstaat. Op de grond liggen yoga-matten. Ik duw Etienne naar voren: ‘Ga jij maar eerst.’ De man oogt klein en sterk. Hij begint in Etienne te duwen en prikken. Etienne schreeuwt en kronkelt van de pijn terwijl ik me begin af te vragen of ik nog wel wil… Lachend vertelt de man het verhaal dat er eens een koppel kwam en de man als eerste ging, maar de vrouw daarna niet meer wilde. Direct besluit ik dat ik me niet laat tegenhouden door een beetje pijn. 

Zodra ik op de mat lig, begrijp ik waarom Etienne aan het kronkelen en schreeuwen was. Dit is niet niks. Terwijl de man op al mijn zere plekken duwt, zegt hij: ‘Goh, jij bent sterk!’ En even later, terwijl mijn rug over zijn puntige voeten gedrapeerd ligt en hij met zijn voeten mijn schouderspieren bewerkt: ‘Waarom lach je? Dit doet pijn!’ Dat klopt, het doet inderdaad pijn, maar ik voel ook dat het de goede soort pijn is. Zodra hij zijn voeten weghaalt voel ik een enorme ruimte en ontspanning in mijn schouders. Intussen begint hij te vertellen dat er vrouwen komen die zo hard schreeuwen dat de buren komen kijken of alles wel goed is. Het is maar goed dat ik dat verhaal niet van tevoren heb gehoord. Het is tijd voor de naalden. Hij zet een boel acupunctuurnaalden in mijn buik, mijn geblesseerde enkel en oksels. Die laatsten zijn nasty. Ik voel de elektriciteit door mijn hele armen heen lopen en mijn middelvingers tintelen enorm. Hij duwt en draait aan de naalden waardoor de sensatie alleen maar erger wordt. Tijd voor naalden in mijn rug. Dan nog wat geduw en getrek en gekraak en we zijn klaar. Ietwat beduusd lopen we terug naar de scooter. 

De volgende dag wisselen Etienne en ik ervaringen uit. ‘Heb jij ook dat het zo’n enorme pijn doet op je borstbeen?’ ‘Ja! Je hoeft het maar heel lichtjes aan te raken of je krimpt ineen van de pijn.’ Op mijn lichaam zijn rode puntjes verschenen daar waar hij naalden heeft gezet. Etienne heeft dit niet. Google zegt dat ik ofwel dood zal gaan aan een infectie of dat het een normale reactie is waarbij het lichaam de slechte stoffen naar buiten werkt. Zal wel goedkomen dus. Ik ben vooral heel erg moe na de behandeling. Mijn lichaam moet het getrek en geduw verwerken. Etienne en ik hebben beiden niet het idee dat onze klachten zijn verminderd. Het was een toffe ervaring en de man zal best wat hebben losgemaakt, maar mijn enkel is er niet beter op geworden. 

Healing hopper Island

Healing hopper Island

Ik ben op Ko Phangan. Een eiland ten oosten van het vasteland van Thailand. De oostkant van het eiland trekt alle party-people aan en de westkant is bezaaid met yoga-opleidingen, rebirthing ervaringen, knuffelfeestjes en ayahuasca ceremoniën. Het verhaal gaat dat het eiland bovenop een groot stuk rozekwarts rust en dat dat een reden is waarom zwermen westerlingen hier naartoe komen voor een verlichte ervaring. Ik vang af en toe gesprekken op tussen mensen over hun 30ste ayahuasca ceremonie en hoe dat een enorme doorbraak was en dat ze vanmiddag naar een inner dance sessie met sound healing gaan. Ik word er eerlijk gezegd een beetje misselijk van. Nana, onze yoga-lerares noemt deze mensen ‘broccoli-heads’.  Ze zijn onwijs ultiem ultra spiritueel bezig, maar zweven ongeveer twee meter boven de grond. Ik noem het short-cut spiritualiteit. Mensen die ergens ver weg zweven waar alles fantastisch in regenboogkleuren en openbarend is, maar die niet dealen met de dagelijkse realiteit. Natuurlijk is dat niet de enige groep mensen hier op het eiland. En aangezien mijn bewegingsradius op het eiland niet meer is dan “van accomodatie 3 minuten lopen naar yogacentrum en weer terug en 10 minuten lopen naar een restaurant” ben ik niet de meest betrouwbare bron om de mensen op het eiland te omschrijven. Ko Phangan is een plek die zeer buitenlander-vriendelijk is. Veel mensen zijn hier ooit gekomen en nooit meer weggegaan of komen hier jaarlijks voor een aantal maanden. Mensen zijn vriendelijk en open naar elkaar en een praatje op straat met een vreemde gebeurt meerdere keren per dag. Het “echte” Thailand is hier moeilijk te vinden. Alles is gericht op het toerisme. Voor mij is dat wel even helemaal prima. Ik zit vol van indrukken en ben wel toe aan een wat toeristische ervaring. 

Ik ben aan het einde van week 2 van de 200urige yoga-opleiding, precies op de helft. Dat is een klein rondedansje waard! De dagen zijn lang en intens.

7:15 – 8:15 meditatie
8:30 – 10:30 yoga
10:30 “lunch”
12:15 – 13:15 theorie
13:30 – 14:30 theorie
14:30 thee en fruit
16:00 – 17:30 yoga
17:45 – 18:45 theorie

Het yoga-centrum

De eerste dagen waren een wervelstorm van jetlag (waardoor oververmoeid), uitvergrote emoties (yup, door de vermoeidheid en mijn menstruatie) en zorgen dat ik voldoende brandstof (voedsel) binnen kreeg om dit programma te kunnen volgen. Leuk bedacht van het centrum dat je niet teveel moet eten als yogi, maar ik kan (nog) niet leven van de lucht. Na een paar dagen vind ik mijn groove. Ik heb havermout en noten en zaden ingeslagen om van het fruitmoment een echte maaltijd te maken en ’s avonds gaan we vaak met een clubje uit eten. Verder went mijn lichaam voldoende aan de andere tijdzone. Mijn emoties nemen minder groteske vormen aan.

Nana is onze hoofdlerares. Er zijn nog zo’n 6 andere leraren die allemaal zo hun eigen achtergrond, specifieke kennis en manier van lesgeven hebben. Tijdens de welkomstbijeenkomst wordt heel duidelijk gesteld: dit is geen vakantie, dit is hard werken. Er is geen skippen van de ochtendmeditatie bij omdat je wil uitslapen en iedere week krijgen we een examen om ons te stimuleren te studeren en om te zien of we voldoende hebben opgelet. Je zult diep gaan, het is niet alleen maar leuk. Iedereen zal het moeilijk krijgen. BAM. Dit, in combi met proberen mijn plek te vinden in deze nieuwe groep mensen en mijn slaapgebrek, is een duidelijke trigger voor mijn nog redelijk kalme emoties om op te laaien en eens rond te stampen in mijn binnenste. Gelukkig gaan we na deze strenge opening met een aantal mensen uit eten en voel ik me weer ietwat gekalmeerd.

Mijn lichaam moet wennen aan het klimaat. De plakkerige tropische hitte, slippers die mijn huid openschuren en overal muggenbulten. Het is tijd dat ik het eelt op mijn voeten waar ik zo trots op ben (want het laat zien hoeveel blaren en hoeveel kilometers ik heb meegemaakt) ga verruilen voor zachte yoga-voeten (met een klein eeltplekje voor mijn slippers). Dus ga ik op de vrije dag (we hebben 6 dagen les en zondag is rustdag) naar de pedicure. Het is weer een stapje weg van de Shvil (jaja, een woordgrap!) en dat vind ik niet heel tof. “Gelukkig” bestaat mijn pedicure uit een paar halfslachtige strijkjes over mijn eelt met een schuurachtig sponsje en loop ik met gelakte teennagels en nog behoorlijk wat eelt weer naar buiten. Vandaag nog maar een poging wagen bij een andere pedicure… Misschien ben ik er nu echt klaar voor om dit stukje van de Shvil achter me te laten.

Pedicure

Het tropische klimaat zorgt ervoor dat we in een ruimte zonder muren onze yoga kunnen doen. Uitzicht op zee en af en toe een briesje dat over ons zweet strijkt. Super tof natuurlijk, maar het heeft ook zo zijn nadelen. Het grootste nadeel: beesten.
1. Muggen. Die ligt natuurlijk voor de hand. Vooral tijdens de ochtend en avondsessies komen ze graag een stilzittend mediterend lichaam lastigvallen. Na een paar dagen heb ik door hoe ik zo min mogelijk muggenbulten kan verzamelen: iedere ochtend en halverwege de middag neem ik zo ongeveer een douche met het lokale chemische anti-mugspul. Dat houdt ze behoorlijk op afstand en ik verzamel nog maar zo’n 2 bulten per dag (op de mini stukjes lichaam die ik blijkbaar niet heb ingesmeerd). In de papieren die je moet ondertekenen bij aankomst in het yogacentrum stonden een paar huisregels. De eerste is: ‘Do no harm, do not kill (also no mosquitos).’ Tsja. Das wel een interessante huisregel. Nana, de lerares, is daar heel duidelijk over: ‘Nee joh, tuurlijk mag je muggen doden, de muggen hier kunnen dengue (knokkelkoorts) dragen. Het is gevaar voor jezelf als je ze niet doodt.’
2. Mini-kruip-spring beestjes. Ze zijn zo groot als twee speldenknoppen en vinden het heerlijk om over je lijf en yoga-mat te lopen. De eerste dag knielde ik midden in mijn practise om ze van de mat of mijn lijf af te blazen. Al snel had ik door dat ik dan zo’n 30 keer per uur op mijn knieën moest om zo’n frutbeestje te redden. Ik verloor mijn geduld al snel en stopte met het redden van de kruipers. Niet-redden betekent dus eigenlijk vermoorden. Ik weet niet goed hoe verlicht dat is…
3. Mieren. Ik moet bekennen dat het hetzelfde verhaal is als hierboven. Al lopen er ook zulke grote mieren rond (de lengte van een speld) dat ik die met iets van afzien toch even wegblaas.
4. Vliegen. Super irritant als ze op je gaan zitten terwijl je net in je ontspanning ligt. GRRR.
5. Salamanders. Af en toe rent er een salamander door de ruimte heen. Er valt er ook wel eens een naar beneden vanuit het riet van het dak. Even schrikken, maar daarna is iedereen ooohhh en ahhh, want salamanders zijn schattig.
6. … Aan het einde van een les wil ik mijn spullen bij elkaar verzamelen en zie ik een substantie ter grootte van een flinke knikker op mijn yoga-blok liggen. Het stinkt verschrikkelijk. Het lijkt wel poep, maar waar kan dat ineens vandaan zijn gekomen? De volgende dag krijg ik het antwoord. Ik lig op mijn rug op mijn yoga-mat en zie boven me in het plafond iets bewegen. Ik kijk nog eens. Yup, daar zou wel eens een knikkergrootte drol uit kunnen komen. Het is een hagedis van zo’n armlengte groot.
7. Kakkerlakken. Terwijl de rennende salamander ooohhh en ahhhh laat opstijgen onder de yogi’s, ontluikt de kakkerlak vooral kreten van afgrijzen. Haastig springen mensen weg terwijl het beest rennend en vliegend door de ruimte heen gaat. Daar gaat de zen-sfeer.
8. De spin die uit het plafond in mijn haar valt. Ik voel iets op mijn hoofd ploffen. Ik schud mijn hoofd om het uit mijn haar te krijgen en zie dan een spin ter grootte van een kinderhand snel over de grond wegrent.
9. Krekels. Je kent het wel, op bepaalde momenten van de dag hoor je ze ineens. Hier kunnen ze echter zo hard geluid maken dat de leraar onverstaanbaar is.
10. Hond. Een straathond heeft een nestje puppies gekregen op het terrein van het yogacentrum. De mama-hond is bevriend met 1 van de yogi’s. Ze ontfermt zich namelijk over moeder en kinderen door een hok voor ze te maken en eten en drinken te brengen. Mama-hond komt haar verzorgster regelmatig opzoeken tijdens onze lessen en waggelt gemoedelijk tussen de yogende mensen door.

We zijn met een club van 12. Voornamelijk Duitsers, maar ook een Zweedse, een Zwitser, nog een Nederlander en een Oostenrijkse. In het begin moet ik erg wennen. Ik kom uit een hechte groep waarin iedereen elkaar kent en kom in een club individuen terecht die een groep zijn, maar dat nog niet zijn. Ik weet natuurlijk dat dit een kwestie van tijd is en al snel groeien we dichter naar elkaar, heeft ieder zo zijn plekje in de groep en zijn er inside-grapjes.

De eerste weken worden we volgestopt met informatie en spierpijn. Vanaf morgen is het zover: we gaan een eigen yoga-les geven aan de rest van de groep. Vanmiddag ga ik mijn les verder voorbereiden en leren voor de tweede theorietoets.

Mijn eerste theorietoets!

Nog twee weken les. En daarna, omdat 4 weken full-on yoga-school niet genoeg was, ga ik een yin-yoga teachertraining volgen ook hier op het eiland. Die duurt twee weken. Eind februari vlieg ik naar Madeira om een paar weken met mijn vriendin Ulli te reizen.