“I didnt expect to be standing here feeling confident to start teaching, but I do. So, thank you for that!” was de spontane speech die uit mijn mond rolde nadat ik mijn yoga lerares -diploma in ontvangst had genomen. Het is waar. Ik dacht dat ik gewoon een boel meer over yoga zou weten (dat doe ik) en dat is dat. Maar ik voel me redelijk zelfverzekerd om ook daadwerkelijk les te gaan geven. Ideeën over hoe en wat het yoga lesgeven vorm te gaan geven spelen door mijn hoofd. (En natuurlijk heb ik ook een lijstje van vervolgopleidingen in mijn hoofd…)

Diploma uitreiking

“Are you on your phone?” Ik ben bij mijn volgende yoga-opleiding. Na vier weken intense hatha-vinyasa opleiding, start ik de dag daarna een 2 weekse Yin yoga opleiding niet ver weg van het yogacentrum waar ik eerst was. De vraag komt van de anatomieleraar. Nou ja, ‘leraar’… We hebben twee uur anatomieles per dag. Ik zag er echt naar uit. Meer weten over het lichaam en specifiek over het lichaam in yin yoga, tof! Maar nu blijkt dat onze leraar ‘lesgeeft’ door zijn pdf document op een groot scherm te projecteren en voor te lezen. Twee uur lang. Zonder pauze.

Ik heb al door dat ik de meest mondige van de klas zal moeten zijn. Want achteraf zeggen mensen schoorvoetend dat ze misschien een beetje moeite hadden met focussen en misschien ook wel nodig naar de wc moesten. Dus ben ik degene die de volgende dag vraagt of we halverwege een benen-strek en plaspauze kunnen doen. Ja, dat moet ik vragen aan de leraar die declameert dat het heel belangrijk is om iedere 15 minuten te bewegen, maar wel verwacht dat we 2 uur lang stilzitten om naar hem te luisteren. Prima, 5 minuten pauze, zegt hij. Dus na het eerste uur zegt hij: ‘Het is nu 11:22, iedereen terug om 11:27.’ BAM, we krijgen pauze maar wel met de zweep erover.

Een dag later geeft hij info over de stand van de schouders in ‘plank’ (een yoga-houding, die je overigens niet in Yin gebruikt, maar in ieder geval linkt hij iets van zijn droge verhaal aan yoga). Het is echter het tegenovergestelde van wat ik net op mijn andere opleiding heb geleerd. En ik heb zojuist geleerd dat de meeste blessures in yoga komen als je precies dat (herhaaldelijk) verkeerd doet. Dus vertel ik wat ik net heb geleerd. Hij: ‘Ja, maar dat is te ingewikkeld om uit te leggen aan studenten, dus dat doe ik nooit. En dan moet je ook je buikspieren aanspannen.’ Ik: ‘In plank heb je toch sowieso aanspanning in je buik?’ Hij negeert me en gaat verder met zijn verhaal. Hij heeft zijn krediet bij me verspeelt. Iets onjuist aanleren aan mensen die leraren gaan zijn, omdat het andere te ‘ingewikkeld’ is?! Daarmee een bubs aan leraren de wereld inzetten die allemaal het verkeerde gaan leren aan al hun studenten met de gevolgen van dien. Stoom komt uit mijn neus en oren.

Ik probeer hard om hem het voordeel van de twijfel te geven. Ik probeer te blijven opletten en mezelf te vertellen dat deze droge info, waarbij hij geen enkele link legt naar yin-yoga, wellicht toch nog op de een of andere manier bruikbaar is. En ik vertel mezelf dat het geen toffe eigenschap is om mensen zo af te schrijven omdat ze niet mijn behoefte vervullen.

Praktijkles (van de andere docent)

Terug naar het begin van mijn verhaal. “Are you on your phone?” vraagt hij me. Ik gebruik inderdaad mijn telefoon. Ik zoek plaatjes op van de dingen waar hij het over heeft zodat ik naast zijn droge voorlezen ook visuele input heb. Ik probeer deze lessen nog enigszins nuttig te maken voor mezelf. Ik vertaal woorden naar het Nederlands zodat ik ook in het Nederlands weet waar het over gaat. Dus vertel ik hem een gedeelte van de waarheid. ‘Yes, I am translating words I dont know.’ Zijn antwoord? ‘You can also ask me.’ Wow. Hij probeert me echt op mijn plek te zetten. Dus zeg ik: ‘Sure, but I dont think you speak Dutch.’ De klas lacht.

De rest van de dag maakt de groep grapjes over dat incident. Het lijkt alsof het iets geopend heeft in de groep. Want over het algemeen is het een makke groep waar geen boe of bah uitkomt. Het lijkt alsof iedereen alles maar prima vindt. Gelukkig vind ik een partner in crime. Ik heb al een paar keer met mijn ogen gerold naar haar en een gezicht getrokken. Ik heb zo’n gevoel dat ze eenzelfde gevoel heeft als ik.

In een onbewaakt moment (want we hebben een vol programma waarbij er dus altijd een leraar in de buurt is en ik kan niet inschatten hoe de rest van de groep zich voelt) spreken we elkaar zonder mensen die ons kunnen afluisteren. En ja hoor, Tania voelt zich hetzelfde. Sterker nog, ze doet me beseffen hoe erg het eigenlijk is. ‘This is how you would teach in the 80’s! How can someone possibly be teaching like this?! This uptight French guy!’ Ik hoef van mezelf niet langer mijn best te doen om al zijn goede kanten te benadrukken, ik mag hem gewoon een slechte leraar vinden.

In de pauze lees ik een stuk in Paul Grilley’s boek, hij is een van de grondleggers van Yin yoga. In dat uur leer ik meer dan ik de hele afgelopen week heb geleerd.

Dan komt het moment: ik heb het helemaal gehad. Ik moet weg. Tania en ik hadden plannen gemaakt om op zaterdagavond eens ergens anders dan in het yogacentrum ons avondeten te eten. Het is vrijdagavond. Maar ik kijk haar aan en ik zeg: ‘Ik moet hier weg. Nu.’ Ze schiet in de actie: ‘Ik kleed me om en we gaan.’ Zodra we onderweg zijn, begin ik stomend aan een waterval van klachten. Ze valt me bij en zegt ook: ‘We moeten elkaar niet teveel opjutten, dan maken we het erger.’ Ik zeg dat we een half uur mogen stomen en het dan over andere dingen gaan hebben. Dat doen we. We hebben een heerlijke avond waarbij we regelmatig refereren aan hoe bizar deze opleiding is. Halverwege onze maaltijd besluiten we dat het tijd is voor alcohol. Over het algemeen drink ik niet, al jaren niet. Maar sommige gelegenheden zijn een perfect moment voor een cocktail. Dus zoeken we een strandbar op en drink ik mijn jaarlijkse mojito (oke, oke, ik geloof dat ik dit jaar mijn jaarlijkse cocktail al gedronken had) in een strandstoel met mijn blote voeten in het zand. Tania heeft de smaak te pakken en zegt dat we voortaan iedere avond cocktails gaan drinken. We zullen zien.

We hebben onze laatste anatomieles (ik ben benieuwd wat voor les deze leraar volgende week gaat geven en of het net zo erg gaat zijn). Het is een vraag en antwoord sessie. En ik ben van plan om daar een feedback moment van te maken. Even wat moed bij elkaar schrapen!

Ik open de sessie met de woorden dat ik geen vraag heb, maar dat ik graag iets wil delen. Ik wil delen dat ik erg teleurgesteld ben. Ik heb uitgekeken naar de anatomie lessen, ik wilde graag leren, maar ik kom hier om over Yin yoga te leren, niet om algemene anatomieles te krijgen. Ik had erg graag de algemene info thuis bestudeerd zodat we hier interactief bezig konden zijn met Yin. Het voelt alsof ik mijn tijd aan het verdoen ben. Ik heb meer geleerd over fascia door Paul Grilleys boek te lezen dan 2 uur lang naar zijn uitleg over fascia te luisteren. En dat frustreert me.

Dank voor je open feedback, is zijn reactie. Ik moet ‘m nageven dat hij zich behoorlijk houdt na deze, toch wel scherpe, woorden van mij. Hij vraagt of de rest van de klas zich ook zo voelt. Het blijft stil. En het blijft nog langer stil. Ik boor mijn blik in de rug van Tania. Ze zou me bijvallen, had ze gezegd. Ze deelt dat ze het vervelend vindt als hij veel sanskriet namen gebruikt omdat ze het dan niet kan volgen. Pfff. Nou, dat was niet bepaald bijvallen Tania. Ik ken haar lijst van klachten, ergernissen en verbeterpunten. Maar ze deelt er enkel een detail van. De leraar kijkt de groep rond. Iemand anders? Het blijft doodstil.

Wow. Deze hele groep vindt het oke dat de meester alleen van het scherm voorleest en een week lang niet over Yin yoga praat en praat over zijn ‘personal training’ cliënten en hoe hij hun traint bij blessures. Dat valt me tegen.

Na de les komt hij naar me toe, zegt dat hij het begrijpt, maar dat hij zich moet aanpassen aan het niveau van de groep dus bij het begin moet beginnen. Ik ga hier inhoudelijk maar geen discussie over aan (hoe weet hij het niveau van de groep, er is 0 interactie!), maar geef aan dat als het het geval is dat hij basis anatomieles gaat geven, dat dit duidelijk op de website vermeld moet staan. Dan moet er niet staan dat het een opleiding is voor gekwalificeerde yoga-docenten. Hij zal me wel wat extra materiaal geven, zegt hij. Hij doet zijn best om het goed te maken.

De vrije zondag met tania: samen studeren en lekker eten

Ik heb dubbele gevoelens over mijn eigen les die ik komende week zal gaan geven. De recalcitrante leerling in mij wil haar best niet doen voor deze leraren. En dan is er een deel in mij dat zegt: ‘Je doet dit niet voor hun, je doet het voor jezelf.’

Het thema voor mijn les komt spontaan in me omhoog borrelen, net zoals dat gebeurde bij mijn les over rouw en verlies. De komende les zal gaan over ‘Body Love.’ Na jarenlang veel ziek te zijn geweest en me vooral zorgen te hebben gemaakt over mijn lichaam, breekt er nu een periode aan waarin ik graag wil genieten van mijn lichaam. De nadruk leggen op wat mijn lichaam allemaal kan en doet en daarvan genieten. Dus daar zal mijn les over gaan.

Een paar dagen later. Het uitspreken van wat me dwars zit blijkt nog niet tot een einde te zijn gekomen. We hebben een les waarin de Fransman (ik kan hem niet eens meer ‘leraar’ noemen) een uur lang (letterlijk een uur lang) 14 verschillende plaatjes laat zien van de 14 verschillende meridianen en per plaatje vertelt waar de meridiaan loopt. Ik kijk rond. Iedereen is aan het vechten tegen de slaap. Ik vraag me serieus af wat hij denkt te bereiken. Het is niet dat we door deze monoloog aan het einde van de les weten waar al deze meridianen lopen. Mijn hoofd bedenkt manieren waarop ik deze les zou geven. Ik zie een spel voor me waarbij we in tweetallen met schilderstape op elkaars lichaam een meridiaan plakken. Dan weet je aan het einde van de les in ieder geval 1 en wellicht 2 meridianen.

Aan het einde van deze les komt de eigenaresse van het yogacentrum binnen. Ze is weinig aanwezig geweest omdat haar man erg ziek was. Ze komt om te vragen of er zaken zijn die niet lekker lopen. Iets met een lamp en muggen in de kamer wordt er gedeeld, maar verder blijft het stil. Ik zeg tegen de eigenaresse dat ik graag iets met haar wil delen, maar prive. Ik zie het gezicht van de Fransman compleet wit wegtrekken.

Even later vertel ik de eigenaresse dat me twee dingen dwars zitten: de kwaliteit van de training en de inhoud. Ik leg uit waarom. Ze vraagt me wat ze kan doen; wil ik stoppen? Kan er iets aangepast worden? Eigenlijk is er niks dat ze kan doen. Ik zie dat deze leraren hun best doen en aan hun max zitten, dus er is eigenlijk niks te doen. We besluiten tot een vervolggesprek, met beiden leraren erbij. Pfff… blijkbaar ga ik deze keer nog niet een klein beetje mijn mond dichthouden. Ik word uitgedaagd niet meer mijn mond dicht te houden.

Een groepslid bedankt me dat ik dit aan het doen ben. Ze geeft aan dat ze deze training niet kan vergelijken, dus dat ze niet goed weet wat ‘normaal’ is, maar dat ze zich heel geïntimideerd voelde toen de fransman vroeg of er anderen waren die hetzelfde vonden als ik. Ze bedankt me dat ik mijn mond open trek en zegt dat ze me daarom bewonderd.

Vandaag vroeg ik of ik de airco uit mocht doen (iedereen zat te bibberen) en een paar mensen zuchten van opluchting en mijn buurvrouw verzucht uit de grond van haar hart ‘oh, dankjewel!’ GRRR. ‘Waarom vraag je het dan zelf niet?’ vraag ik haar. Haar fluisterende antwoord versta ik niet. Blijkbaar heb ik de rol van spreekster voor behoeften en noden gekregen en op me genomen in deze groep…

Morgenochtend is het gesprek met leraren en eigenaresse… To be continued!