Ik ben op Ko Phangan. Een eiland ten oosten van het vasteland van Thailand. De oostkant van het eiland trekt alle party-people aan en de westkant is bezaaid met yoga-opleidingen, rebirthing ervaringen, knuffelfeestjes en ayahuasca ceremoniën. Het verhaal gaat dat het eiland bovenop een groot stuk rozekwarts rust en dat dat een reden is waarom zwermen westerlingen hier naartoe komen voor een verlichte ervaring. Ik vang af en toe gesprekken op tussen mensen over hun 30ste ayahuasca ceremonie en hoe dat een enorme doorbraak was en dat ze vanmiddag naar een inner dance sessie met sound healing gaan. Ik word er eerlijk gezegd een beetje misselijk van. Nana, onze yoga-lerares noemt deze mensen ‘broccoli-heads’. Ze zijn onwijs ultiem ultra spiritueel bezig, maar zweven ongeveer twee meter boven de grond. Ik noem het short-cut spiritualiteit. Mensen die ergens ver weg zweven waar alles fantastisch in regenboogkleuren en openbarend is, maar die niet dealen met de dagelijkse realiteit. Natuurlijk is dat niet de enige groep mensen hier op het eiland. En aangezien mijn bewegingsradius op het eiland niet meer is dan “van accomodatie 3 minuten lopen naar yogacentrum en weer terug en 10 minuten lopen naar een restaurant” ben ik niet de meest betrouwbare bron om de mensen op het eiland te omschrijven. Ko Phangan is een plek die zeer buitenlander-vriendelijk is. Veel mensen zijn hier ooit gekomen en nooit meer weggegaan of komen hier jaarlijks voor een aantal maanden. Mensen zijn vriendelijk en open naar elkaar en een praatje op straat met een vreemde gebeurt meerdere keren per dag. Het “echte” Thailand is hier moeilijk te vinden. Alles is gericht op het toerisme. Voor mij is dat wel even helemaal prima. Ik zit vol van indrukken en ben wel toe aan een wat toeristische ervaring.
Ik ben aan het einde van week 2 van de 200urige yoga-opleiding, precies op de helft. Dat is een klein rondedansje waard! De dagen zijn lang en intens.
7:15 – 8:15 meditatie
8:30 – 10:30 yoga
10:30 “lunch”
12:15 – 13:15 theorie
13:30 – 14:30 theorie
14:30 thee en fruit
16:00 – 17:30 yoga
17:45 – 18:45 theorie
Het yoga-centrum
De eerste dagen waren een wervelstorm van jetlag (waardoor oververmoeid), uitvergrote emoties (yup, door de vermoeidheid en mijn menstruatie) en zorgen dat ik voldoende brandstof (voedsel) binnen kreeg om dit programma te kunnen volgen. Leuk bedacht van het centrum dat je niet teveel moet eten als yogi, maar ik kan (nog) niet leven van de lucht. Na een paar dagen vind ik mijn groove. Ik heb havermout en noten en zaden ingeslagen om van het fruitmoment een echte maaltijd te maken en ’s avonds gaan we vaak met een clubje uit eten. Verder went mijn lichaam voldoende aan de andere tijdzone. Mijn emoties nemen minder groteske vormen aan.
Nana is onze hoofdlerares. Er zijn nog zo’n 6 andere leraren die allemaal zo hun eigen achtergrond, specifieke kennis en manier van lesgeven hebben. Tijdens de welkomstbijeenkomst wordt heel duidelijk gesteld: dit is geen vakantie, dit is hard werken. Er is geen skippen van de ochtendmeditatie bij omdat je wil uitslapen en iedere week krijgen we een examen om ons te stimuleren te studeren en om te zien of we voldoende hebben opgelet. Je zult diep gaan, het is niet alleen maar leuk. Iedereen zal het moeilijk krijgen. BAM. Dit, in combi met proberen mijn plek te vinden in deze nieuwe groep mensen en mijn slaapgebrek, is een duidelijke trigger voor mijn nog redelijk kalme emoties om op te laaien en eens rond te stampen in mijn binnenste. Gelukkig gaan we na deze strenge opening met een aantal mensen uit eten en voel ik me weer ietwat gekalmeerd.
Mijn lichaam moet wennen aan het klimaat. De plakkerige tropische hitte, slippers die mijn huid openschuren en overal muggenbulten. Het is tijd dat ik het eelt op mijn voeten waar ik zo trots op ben (want het laat zien hoeveel blaren en hoeveel kilometers ik heb meegemaakt) ga verruilen voor zachte yoga-voeten (met een klein eeltplekje voor mijn slippers). Dus ga ik op de vrije dag (we hebben 6 dagen les en zondag is rustdag) naar de pedicure. Het is weer een stapje weg van de Shvil (jaja, een woordgrap!) en dat vind ik niet heel tof. “Gelukkig” bestaat mijn pedicure uit een paar halfslachtige strijkjes over mijn eelt met een schuurachtig sponsje en loop ik met gelakte teennagels en nog behoorlijk wat eelt weer naar buiten. Vandaag nog maar een poging wagen bij een andere pedicure… Misschien ben ik er nu echt klaar voor om dit stukje van de Shvil achter me te laten.
Pedicure
Het tropische klimaat zorgt ervoor dat we in een ruimte zonder muren onze yoga kunnen doen. Uitzicht op zee en af en toe een briesje dat over ons zweet strijkt. Super tof natuurlijk, maar het heeft ook zo zijn nadelen. Het grootste nadeel: beesten.
1. Muggen. Die ligt natuurlijk voor de hand. Vooral tijdens de ochtend en avondsessies komen ze graag een stilzittend mediterend lichaam lastigvallen. Na een paar dagen heb ik door hoe ik zo min mogelijk muggenbulten kan verzamelen: iedere ochtend en halverwege de middag neem ik zo ongeveer een douche met het lokale chemische anti-mugspul. Dat houdt ze behoorlijk op afstand en ik verzamel nog maar zo’n 2 bulten per dag (op de mini stukjes lichaam die ik blijkbaar niet heb ingesmeerd). In de papieren die je moet ondertekenen bij aankomst in het yogacentrum stonden een paar huisregels. De eerste is: ‘Do no harm, do not kill (also no mosquitos).’ Tsja. Das wel een interessante huisregel. Nana, de lerares, is daar heel duidelijk over: ‘Nee joh, tuurlijk mag je muggen doden, de muggen hier kunnen dengue (knokkelkoorts) dragen. Het is gevaar voor jezelf als je ze niet doodt.’
2. Mini-kruip-spring beestjes. Ze zijn zo groot als twee speldenknoppen en vinden het heerlijk om over je lijf en yoga-mat te lopen. De eerste dag knielde ik midden in mijn practise om ze van de mat of mijn lijf af te blazen. Al snel had ik door dat ik dan zo’n 30 keer per uur op mijn knieën moest om zo’n frutbeestje te redden. Ik verloor mijn geduld al snel en stopte met het redden van de kruipers. Niet-redden betekent dus eigenlijk vermoorden. Ik weet niet goed hoe verlicht dat is…
3. Mieren. Ik moet bekennen dat het hetzelfde verhaal is als hierboven. Al lopen er ook zulke grote mieren rond (de lengte van een speld) dat ik die met iets van afzien toch even wegblaas.
4. Vliegen. Super irritant als ze op je gaan zitten terwijl je net in je ontspanning ligt. GRRR.
5. Salamanders. Af en toe rent er een salamander door de ruimte heen. Er valt er ook wel eens een naar beneden vanuit het riet van het dak. Even schrikken, maar daarna is iedereen ooohhh en ahhh, want salamanders zijn schattig.
6. … Aan het einde van een les wil ik mijn spullen bij elkaar verzamelen en zie ik een substantie ter grootte van een flinke knikker op mijn yoga-blok liggen. Het stinkt verschrikkelijk. Het lijkt wel poep, maar waar kan dat ineens vandaan zijn gekomen? De volgende dag krijg ik het antwoord. Ik lig op mijn rug op mijn yoga-mat en zie boven me in het plafond iets bewegen. Ik kijk nog eens. Yup, daar zou wel eens een knikkergrootte drol uit kunnen komen. Het is een hagedis van zo’n armlengte groot.
7. Kakkerlakken. Terwijl de rennende salamander ooohhh en ahhhh laat opstijgen onder de yogi’s, ontluikt de kakkerlak vooral kreten van afgrijzen. Haastig springen mensen weg terwijl het beest rennend en vliegend door de ruimte heen gaat. Daar gaat de zen-sfeer.
8. De spin die uit het plafond in mijn haar valt. Ik voel iets op mijn hoofd ploffen. Ik schud mijn hoofd om het uit mijn haar te krijgen en zie dan een spin ter grootte van een kinderhand snel over de grond wegrent.
9. Krekels. Je kent het wel, op bepaalde momenten van de dag hoor je ze ineens. Hier kunnen ze echter zo hard geluid maken dat de leraar onverstaanbaar is.
10. Hond. Een straathond heeft een nestje puppies gekregen op het terrein van het yogacentrum. De mama-hond is bevriend met 1 van de yogi’s. Ze ontfermt zich namelijk over moeder en kinderen door een hok voor ze te maken en eten en drinken te brengen. Mama-hond komt haar verzorgster regelmatig opzoeken tijdens onze lessen en waggelt gemoedelijk tussen de yogende mensen door.
We zijn met een club van 12. Voornamelijk Duitsers, maar ook een Zweedse, een Zwitser, nog een Nederlander en een Oostenrijkse. In het begin moet ik erg wennen. Ik kom uit een hechte groep waarin iedereen elkaar kent en kom in een club individuen terecht die een groep zijn, maar dat nog niet zijn. Ik weet natuurlijk dat dit een kwestie van tijd is en al snel groeien we dichter naar elkaar, heeft ieder zo zijn plekje in de groep en zijn er inside-grapjes.
De eerste weken worden we volgestopt met informatie en spierpijn. Vanaf morgen is het zover: we gaan een eigen yoga-les geven aan de rest van de groep. Vanmiddag ga ik mijn les verder voorbereiden en leren voor de tweede theorietoets.
Mijn eerste theorietoets!
Nog twee weken les. En daarna, omdat 4 weken full-on yoga-school niet genoeg was, ga ik een yin-yoga teachertraining volgen ook hier op het eiland. Die duurt twee weken. Eind februari vlieg ik naar Madeira om een paar weken met mijn vriendin Ulli te reizen.